Taj Mahal en zo
Door: Joost
Blijf op de hoogte en volg Joost
19 Februari 2019 | India, Agra
Die ontstane extra loopruimte wordt een plein, waarop: bezoekers, gidsen, toeristenmeukverkopers, fotografen, bedelaars, eekhoorntjes èn een brede, schaduwschenkende boom die de eerder vaag ontwaarde poort weer aan het zicht ontneemt. In die schaduw houdt iedere gids zijn openingspraatje: hoe de Maharadja zijn overleden vrouw een mausoleum gaf, nadat ze hem veertien kinderen had gebaard. Wat er van die kinderen is geworden enz enz. Pas daarna loop je van de boom naar de poort; als je daar doorheen loopt zie je.....in stralend zonlicht èn ‘in your face’, die onbeschrijflijke Taj Mahal. Een prachtig opgebouwde entrée, garantie voor een zucht van bewondering. Ik plaatste een doodgewone iPhone-foto op Instagram, zonder enige bewerking (ik zou niet eens weten hoe dat moet), dus zo ziet-ie er uit. Meer kan ik er niet over zeggen.
Tussen Agra en Ramathra rijden we de deelstaat Rajahstan binnen. Het land van de tientallen forten op het halfgebergte, van Maharadja’s, van woeste krijgers met kromzwaarden en enorme baarden en snorren. Het terrein van strijd tegen de Moslims, dikwijls bijgelegd door huwelijken over en weer. Vrouwen in felgekleurde (vaak oranje) gewaden met laagjes en lang op de rug vallende hoofddoeken. En van woestijnen, natuurlijk: Rajahstan is letterlijk de stoffigste staat van India. Er hangt niet alleen stof, maar ook onrust in de lucht: verkiezingen naken, en dat betekent protestbijeenkomsten, weg- en railsblokkades en een ongeruste overheid die internet en wifi afsluit, voor zover mogelijk. Daarom ook een onderbreking in de gestage stroom reisverslagen.
We bereiken na roadblocks, omleidingen en vertraging het doodstille, hooggelegen Hotel Ramathra Fort, met weids uitzicht op een vallei, een vogelrijk meer en piepkleine dorpjes.
Eindelijk weer eens een lange wandeling. Met het fort aan de ene kant van de vallei, het meer en een halve cirkel van heuvels en bergen aan de andere kant is de oriëntatie zelfs voor mij uitermate simpel.
Langs het meer beginnen. Op de eerste de beste rots aan de oever liggen meteen twéé slangen van voor mij te stevig formaat klaar. Heb ik weer. Gauw een foto voor buurvrouw M gemaakt en wèg van dat meer.
De piepkleine dorpjes zijn meer nederzettinkjes met wat boerderijen dan dorpjes. Vol met ‘hello’ roepende en zwaaiende kinderen en vriendelijk groetende volwassenen. De vrouwen bedekken hun gezicht zodra ze mij ontwaren....
Ik voel me zo zeker van mijn lokatie en richting dat ik een afstekertje door wat beplante percelen aandurf. Hoogmoed, blijkt al snel. De percelen worden zeiknat geïrrigeerd vanuit het meer, en de enige manier om er doorheen te lopen is over van die natte, spekgladde, ongelijk gevormde, lemen maar vooral supersmalle dijkjes, die ik nog ken van de rijstvelden in Myanmar. Twee voeten kunnen vaak niet naast elkaar staan, maar moeten achter elkaar, wat mij er laat uitzien als een mannelijke en overjarige Sanne Wevers op de evenwichtsbalk. Gelukkig heb ik een stok bij me, die eigenlijk voor kwaadwillende honden was bedoeld, maar nu als extra stut zijn aanschaf meer dan waard maakt! Ik houd het droog. De dijkjes slingeren in een niet te begrijpen patroon. Soms denk ik op een eerder vertrekpunt teruggekomen te zijn, dan weer buigt het dijkje een ongewenste richting in en is mijn toekomst ongewis. Op een meter of twintig loopt mijn oorspronkelijke wandelpad, droog, kaarsrecht en aanlokkelijk. Maar teruggaan is natuurlijk nooit een optie. Plots duikt een tandenloze grijsaard op die in het Hindi iets aan mij vraagt. Ik antwoord door te wijzen op de heuveltop die mijn koers bepaalde en probeer vriendelijk en hulpeloos te kijken. Hij draait zich om en leidt mij over een wirwar van dijkjes en paadjes naar de weg, waar ik zonder eigenwijze afsteekjes een uur geleden op eigen houtje ook zou hebben bereikt.
In de middag maken we nog een boottochtje op het meer, dat in de moessontijd een vier- of vijf meter hogere waterspiegel heeft. Al hoofdrekenend hoeveel liter regen dat wel betekent merk ik op: de slangen zijn weg!
Morgen naar de hoofdstad van Rahjastan, de ‘pink city’ Jaipur. Bij het bezoek van de engelse prins Albert in 1883 werden alle gebouwen rose geschilderd, en dat hebben ze maar zo gelaten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley