Brrrrrritish Kolonialism
Door: Joost
Blijf op de hoogte en volg Joost
08 Februari 2019 | India, Benares
Zo’n bergdorp/stadje kenmerkt zich door veel klimmen en dalen met smalle wegen en geen parkeerplaatsen, dus veel auto’s op de weg. Lekker wandelen kan dus niet echt, wel kilometers maken vanuit ons hotel over de volle lengte van Shimla naar die ViceRoy-Lodge lopen, en weer terug.
Om niet geheel duidelijke redenen schrijdt de tijd in ons hotel vooral niet voort. Alles ademt hier nog 1935 uit. De Brexit-tijgers zouden hier hun hart kunnen ophalen. De Indiërs zijn in hun smetteloos witte bedienden-uniformen gekleed, inclusief traditioneel tulbandachtig hoofddeksel met pluimen en veren.
Overal staan buigende ‘servants’, ze bevelen op hun beurt ‘lagere’ sjouwers om onze twee koffers tegelijk (een kleine 35 kg) op hun rug over een steile trap de berg tot de hotelingang te tillen en dan ook nog eens opzij te gaan als een gast naar beneden wil.
De gasten vinden dit antieke klassenverschil wel mooi, maar dat zijn dan ook drie engelse echtparen op leeftijd, waar van één de mannelijke helft verdwaalt omdat er vanaf de klassieke houtgesneden bar twéé trappen naar zijn etage omhoog gaan. Zeer discreet door de barman erop gewezen dat hij de àndere moet hebben klinkt het in zijn nou niet bepaald Cockney-accent: ‘Pretty confusing, ehh? But a lovely hotel, though’.
Wij krijgen een beetje de kriebels èn de slappe lach van dit toneelspel, want dat is het eigenlijk. De matige kwaliteit van de zaken waarom het werkelijk moet gaan in een hotel (zoals gastvrijheid, gastheerschap en hartelijkheid) maken het nog wat ergerlijker.
Na twee kille dagen Shimla vertrekken we in sneeuwbuien per trein voor een vier uur durende afdaling in boemeltempo.
In onverwarmde en tochtige wagons met voortdurend etende medepassagiers (bij elk stationnetje worden de voorraden weer aangevuld met allerlei lekkere hapjes uit smerige stalletjes).
Ze hebben minstens vier lagen kleding aan, afgerond met dikke donsjacks, handschoenen en mutsen. Wij hadden voor deze gelegenheid één wollen trui meegenomen, dus rillend van de kou kwamen we in het dal aan. Onze helletocht werd in een weliswaar warme auto vervolgd, maar duurde nog eens acht uur extra wegens stortbuien en ramdruk indisch verkeer. We hadden in totaal twaalf uur nodig voor niet meer dan 340 kilometer.
Zelden zijn we zó blij geweest ons vliegveld-Holiday Inn te zien opdoemen! De ochtend er na vliegen we met zo’n binnenlandse naar curry ruikende vlucht van Air India weer 800 km verderop.
En nu kijken we vanuit ons hotel uit op de oevers van de Ganges bij Varanasi. De beelden die iedereen wel kent op veertig meter afstand: bootjes vol kleurig geklede Indiërs die iets heiligs (gaan) doen, van tempelbezoek tot crematie van een naaste; zichzelf en anderen dompelende gelovigen, die tussen de koeien(-stront) door waden en huisvrouwen die hun was uitslaan op de grote stenen. Gauw twee foto’s instagrammen, daarna met middag-gids de diepere geheimen van dit alles proberen te begrijpen...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley